Reglement Commissie Klachten en Geschillen van iKeur

Reglement Commissie Klachten en Geschillen van iKeur

iKeur en haar leden streven naar een objectieve positie in de markt. Transparantie is daarin een belangrijk item. Een klachtenregeling mag daarin dan ook niet ontbreken. Signalen uit de markt, van en over leden, worden te allen tijde in behandeling genomen met als doel de kwaliteit van de uitgevoerde inspecties, inspecteurs en inspectiebedrijven te bewaken, bevorderen en daar waar nodig te stimuleren.

Artikel 1

Begripsomschrijving

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • Vereniging: de vereniging iKeur;
  • commissie: de commissie Klachten & Geschillen, ingesteld en in stand gehouden door de vereniging;
  • lid: een rechtspersoon of persoon die geregistreerd lid is van de vereniging iKeur:
  • indiener: de indiener is een rechtspersoon of persoon en kan de volgende positie vertegenwoordigen:
    • de opdrachtgever c.q. klant van het betreffende iKeur-lid
    • een lid van de vereniging iKeur
  • verweerder:de verweerder is een rechtspersoon of persoon en kan de volgende positie vertegenwoordigen:
    • de opdrachtgever c.q. klant van het betreffende iKeur-lid
    • een lid van de vereniging iKeur
  • zaak: de door indiener omschreven klacht of geschil.

 

SAMENSTELLING, ZITTINGSDUUR, BENOEMING EN TAKEN

ARTIKEL 2

Samenstelling

2.1

De commissie bestaat (in beginsel) uit een door het bestuur van de vereniging te bepalen vaste commissie.

2.2

Deze commissie bestaat te alle tijde uit, met betrekking tot de voorliggende zaak, onafhankelijke leden van de vereniging.

2.3

In het geval dat de zaak betrekking heeft op één of meerdere leden van de vaste commissie wordt door het bestuur van de vereniging iKeur specifiek voor deze zaak een tijdelijke commissie geïnstalleerd.

2.4

Het secretariaat van de commissie onderhoud het verenigingsreglement.

2.5

De commissie bestaat tenminste uit 3 personen, te weten:

  • een voorzitter
  • twee technisch inhoudelijke deskundigen

ARTIKEL 3

Zittingsduur

3.1.

Het commissielid wordt benoemd voor een periode van maximaal 3 jaar, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden.

3.2

De aftredende is driemaal onmiddellijk herbenoembaar.

3.3

Het commissielidmaatschap eindigt voorts:

  • door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
  • door bedanken

ARTIKEL 4

Benoeming

4.1

De commissieleden worden door het bestuur benoemd.

4.2.

De commissie, het bestuur en/of een lid kunnen kandidaten voordragen.

ARTIKEL 5

Taken

5.1

De commissie heeft tot taak klachten en geschillen tussen indiener en verweerder te beslechten, voor zover deze betrekking hebben op de kwalitatieve aspecten met betrekking tot aard, omvang en wijze van uitvoering van de inspectiewerkzaamheden en de daarbij behorende rapportage.

5.2

De commissie doet dit door in een dergelijke zaak een bindend advies uit te breng en of door een schikking tussen partijen te bevorderen.

ARTIKEL 6

Bevoegdheid

6.1

De commissie is bevoegd een zaak te behandelen, indien en voor zover partijen zijn overeengekomen zich aan het bindend advies van de commissie te onderwerpen.

ONTVANKELIJKHEID

ARTIKEL 7

Ontvankelijkheid van indiener

7.1

De commissie verklaart de indiener in zijn zaak ambtshalve niet ontvankelijk:

  • indien en voor zover de zaak betrekking heeft op dood, lichamelijk letsel of ziekte;
  • indien het een zaak betreft over de niet-betaling van een factuur en daaraan geen inhoudelijke klacht ten grondslag ligt;
  • indien het een zaak betreft waarover de indiener of de verweerder reeds bij de rechter een procedure aanhangig heeft gemaakt of waarin de rechter reeds een uitspraak over de inhoud heeft gedaan.

ARTIKEL 8

Ontvankelijkheid van verweerder

8.1

De commissie verklaart op verzoek van de verweerder – gedaan bij eerste gelegenheid – de indiener zijn klacht niet ontvankelijk:

  • indien hij zijn zaak niet eerst overeenkomstig de op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden bij de verweerder heeft ingediend en vervolgens bij de commissie aanhangig heeft gemaakt;
  • indien de verweerder aan de indiener een termijn van een maand heeft gegeven om de zaak bij de commissie aanhangig te maken en de indiener van die mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt. De bevoegdheid van de commissie herleeft, indien de verweerder niet binnen twee maanden na voornoemde termijn het geschil bij de gewone rechter aanhangig heeft gemaakt.

DE BEHANDELING VAN GESCHILLEN

ARTIKEL 9

Indienen

9.1

Partijen hebben het recht zich bij de behandeling van een geschil door derden te laten bijstaan of vertegenwoordigen.

9.2

De zaak dient aan de commissie te worden voorgelegd door middel van een door de commissie te verstrekken en door de indiener in te vullen vragenformulier en deze per aangetekende post aan het postadres o.v.v. “Commissie Klachten & Geschillen” van het secretariaat van de vereniging heeft verstuurd.

ARTIKEL 10

Tijdstermijn

10.1

Indien de indiener niet binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek voldoet aan het bepaalde in de artikelen 7 lid 2 wordt hij geacht het geschil te hebben ingetrokken. De commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.

ARTIKEL 11

Staking

11.1

De commissie kan besluiten de behandeling van een geschil niet voort te zetten, indien zij van oordeel is dat de klacht en/of het geschil waarop de zaak betrekking heeft aan een onderzoek van een rechtskundige dient te worden onderworpen, of deze zaak zich niet in Nederland bevindt of de indiener die de zaak onder zich heeft het onderzoek weigert of anderszins onderzoek naar de zaak naar het oordeel van de commissie niet mogelijk is.

11.2

De commissie zal een geschil niet behandelen of de behandeling staken, indien aan de verweerder surséance van betaling is verleend, deze in staat van faillissement is geraakt, een schuldsaneringsregeling van kracht is geworden of zijn bedrijfsactiviteiten feitelijk heeft beëindigd, voordat de indiener heeft voldaan aan het bepaalde in de artikelen 7 lid 2.

ARTIKEL 12

Verweer

12.1

De commissie stelt de verweerder schriftelijk in kennis van het in behandeling nemen van een zaak en stelt hem gedurende één maand in de gelegenheid zijn standpunt over het geschil schriftelijk aan de commissie kenbaar te maken. De commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.

ARTIKEL 13

Hoor en wederhoor

13.1

Indien de commissie dit nodig acht of indien één partij of beide partijen hiertoe de wens te kennen geeft of geven, worden beide partijen opgeroepen teneinde mondeling te worden gehoord. De commissie stelt plaats, dag en uur vast en stelt partijen daarvan op de hoogte.

13.2

De commissie kan partijen op hun verzoek toestaan getuigen of deskundigen mee te nemen en door haar te doen horen. De namen en adressen dienen uiterlijk één week voor de zitting van de commissie aan haar te zijn opgegeven.

ARTIKEL 14

Getuigen en deskundigen

14.1

De commissie kan, indien zij dat noodzakelijk acht, zelf inlichtingen inwinnen, onder meer door het horen van getuigen of deskundigen, door het instellen van een onderzoek of door het doen instellen van een onderzoek door één of meer door haar aan te wijzen deskundige(n).

14.2

De commissie geeft daarvan kennis aan partijen. Partijen kunnen bij het horen van getuigen of deskundigen desgewenst aanwezig zijn.

14.3

De commissie verstrekt een afschrift van het deskundigenrapport aan partijen, die daarop binnen twee weken schriftelijk bij de commissie kunnen reageren. De commissie kan de termijn van twee weken bekorten of verlengen.

UITSPRAAK

ARTIKEL 15

Beslissing

15.1

De commissie beslist naar redelijkheid en billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen gesloten overeenkomst en de daarvan deel uitmakende voorwaarden.

15.2

De commissie beslist met meerderheid van stemmen. Het bindend advies wordt door de voorzitter ondertekend en schriftelijk aan partijen medegedeeld.

15.3

Het bindend advies bevat, naast de beslissing, in elk geval:

  • de namen van de leden van de commissie;
  • de namen en woon-, c.q. vestigingsplaatsen van partijen;
  • de dagtekening van het bindend advies;
  • de motivering van de gegeven beslissing.

ARTIKEL 16

Maatregelen

16.1

De commissie beslist over haar bevoegdheid, de ontvankelijkheid van partijen en het geheel of gedeeltelijk (on)gegrond zijn van de klacht.

16.2

De commissie kan voorts de volgende beslissingen nemen:

  • aan de verweerder en/of aan de indiener nakoming opleggen van de overeenkomst;
  • aan de verweerder een herziening van de inspectiewerkzaamheden opdragen;
  • de indiener de bevoegdheid geven voor rekening van de verweerder herziening van de inspectiewerkzaamheden door een derde te laten uitvoeren, mits deze derde een geregistreerd lid van de vereniging iKeur is.

16.3

De commissie kan de oplossing, die door de verweerder aan de indiener werd voorgesteld voordat deze het geschil bij de commissie aanhangig maakte, maar die door de indiener niet werd geaccepteerd, bindend opleggen onder ongegrondverklaring van de klacht.

ARTIKEL 17

Ongegrondverklaring

17.1

Indien tijdens de behandeling van een zaak blijkt dat het geschil niet jegens de juiste partij aanhangig is gemaakt, verklaart de commissie de klacht ongegrond en wordt tevens een termijn bepaald, waarbinnen het geschil door de betrokkene opnieuw aanhangig kan worden gemaakt.

ARTIKEL 18

Mondelinge behandeling

18.1

Indien de partijen bij de mondelinge behandeling tot een schikking komen, kan de commissie de inhoud daarvan in de vorm van een bindend advies vastleggen.

ARTIKEL 19

Herziening

19.1

De voorzitter van de commissie kan uit eigen beweging of op een binnen twee weken na de verzenddatum van het bindend advies door een partij schriftelijk gedaan verzoek een kennelijke reken- of schrijffout in het bindend advies herstellen, dan wel

19.2

Indien de gegevens genoemd in artikel 16 lid 2 onder a tot en met c onjuist zijn vermeld – tot verbetering van die gegevens overgaan

19.3

Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt in afschrift aan de wederpartij gezonden en schort de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van het bindend advies op, totdat op het verzoek is beslist.

19.4

De wederpartij wordt twee weken in de gelegenheid gesteld op het verzoek als bedoeld in het eerste lid te reageren.

19.5

Herstel of verbetering geschiedt middels schriftelijke mededeling aan partijen.

GEHEIMHOUDING, WRAKING EN VERSCHONING

ARTIKEL 20

Geheimhouding

20.1

De leden van de commissie zijn tijdens de behandeling van de zaak tot geheimhouding verplicht ten aanzien van alle de partijen betreffende gegevens die hen bij de behandeling van het geschil ter kennis zijn gekomen.

20.2

De leden van de vereniging kunnen – pas en slechts na een uitspraak- op individueel verzoek geïnformeerd worden over de uitspraak en de inhoud van de zaak. Het lid is is tot geheimhouding verplicht en de zaak dient uitsluitend tot verdieping en/of verbreding van de kennis van de toekomstige werkzaamheden.

ARTIKEL 21

Wraking en Verschoning

21.1

Een lid van de commissie kan door één of door beide partijen in het geschil worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel over het geschil zouden kunnen bemoeilijken. Wraking kan worden gedaan uiterlijk binnen een week na de zitting waarop het geschil is behandeld.

21.2

De overige leden van de commissie beslissen of de wraking terecht is gedaan. Bij staking van stemmen wordt dit geacht het geval te zijn.

21.3

Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid kan een lid van de commissie zich ter zake van de behandeling van een geschil verschonen. Hij is verplicht dit te doen, indien de beide overige leden van de commissie, die aan de behandeling van het geschil zullen deelnemen, van oordeel zijn dat de bedoelde feiten of omstandigheden zich te zijnen aanzien voordoen.

21.4

In geval van terechte wraking of verschoning wordt het betrokken lid met betrekking tot deze zaak vervangen door een ander, door het bestuur van iKeur aan te wijzen, tijdelijk lid van de commissie.

21.5

De beslissing als bedoeld in het tweede lid wordt aan partijen medegedeeld.

SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 22

Herziening uitspraak door Commissie van Beroep

22.1

Herziening van het bindend advies van de commissie kan uitsluitend plaatsvinden door het ter toetsing voor te leggen aan de Commissie van Beroep binnen twee maanden na de verzending van de uitspraak aan partijen. Door niet binnen voornoemde termijn de uitspraak aan de Commissie van Beroep voor te leggen, wordt de uitspraak binnen de vereniging bindend en onaantastbaar.

22.2

Indien het bindend advies van de commissie niet binnen twee maanden na verzending ervan door de verweerder is nagekomen en niet ter toetsing aan de Commissie van Beroep is voorgelegd, treedt op verzoek van de indiener de nakomingsgarantie-regeling van iKeur in werking.

ARTIKEL 23

Vernietiging door de rechter

23.1.

Vernietiging van het bindend advies van de commissie kan uitsluitend plaatsvinden door het ter toetsing voor te leggen aan de gewone rechter binnen twee maanden na de verzending van de uitspraak aan partijen. De rechter zal het bindend advies vernietigen, indien de uitspraak in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Door niet binnen voornoemde termijn de uitspraak aan de gewone rechter ter toetsing voor te leggen, wordt de uitspraak onaantastbaar.

23.2

Indien het bindend advies van de commissie niet binnen twee maanden na verzending ervan door de verweerder is nagekomen en niet ter toetsing aan de gewone rechter is voorgelegd, treedt op verzoek van de indiener de nakomingsgarantie-regeling in werking van de iKeur, indien de verweerder daarvan lid is of was ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst waaruit de zaak, waarop het bindend advies betrekking heeft, voortvloeide.

ARTIKEL 24

Slotbepalingen

24.1

Indien dit reglement strijdig is met het verenigingsreglement en/of de statuten van de vereniging zijn respectievelijk de statuten als eerste en het verenigingsreglement als tweede bindend.

24.2

Indien alle andere gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur, met inachtneming van eisen van redelijkheid en billijkheid.